Skip to content

Studie- en scriptietips > 1. De start van je scriptie

Scriptie verpleegkunde

Scriptietips Alle onderwerpen

Schrijf jij een scriptie hbo verpleegkunde en ben je op zoek naar hulp? Wij begeleiden al ruim 10 jaar hbo verpleegkunde studenten bij hun studie opdrachten, evidence based practice (EBP) opdrachten, CAT, scriptie en portfolio.

Begeleiding bij het schrijven van een Critically Appraised Topic (CAT)

Tijdens je studie verpleegkunde (of een andere medische studie zoals geneeskunde of fysiotherapie) dien je vaak meerdere CAT’s te schrijven. Hoe maak je een CAT? Een Critically Appraised Topic (CAT) is een systematische korte samenvatting van beschikbaar bewijs over een bepaald onderwerp of thema, meestal gericht op een klinische vraag.

Een CAT is een kortere en minder diepgaande versie dan een Systematische review (SR). Het zijn de resultaten van een klein aantal studies over een (para)medisch onderwerp uit de dagelijkse praktijk. Lees hieronder twee voorbeelden van een CAT ter inspiratie! Meestal neem je de volgende stappen:

1. De PICO of klinische onderzoeksvraag (zie voorbeelden hieronder)

2. De methode (zie volgende paragraaf)

3. Resultaten (meestal start je met een flowchart, zie hieronder een voorbeeld van een flowchart)

4. Conclusie

5. Toepassing(en) in de praktijk

Scriptie verpleegkunde
Voorbeeld Flowchart: Petri, Dorien & Kassenberg, Annelies. (2015). Competenties van leerkrachten in het samenwerken met ouders: een literatuurstudie.

Wat zet je in de methode van een CAT?

Bij een CAT zorg je voor een systematische zoekactie, dit beschrijf je in de methode. Een checklist voor de methode:

In welke databanken je hebt gezocht (en in welke tijdsperiode);

De combinaties van zoektermen;

De inclusie en exclusiecriteria;

Hoe het selectieproces van de artikelen heeft plaatsgevonden (Abstract, Full tekst, sneeuwbal methode);

Hoe de methodologische beoordeling van de artikelen heeft plaatsgevonden en hoe je tot een normering bent gekomen.

Wil jij hulp van een specialist bij het schrijven van een CAT?

Voorbeeld CAT: twee voorbeelden ter inspiratie

Een Critically Appraised Topic (CAT) is een systematische korte samenvatting van beschikbaar bewijs over een bepaald onderwerp of thema, meestal gericht op een klinische vraag. Een CAT is een kortere en minder diepgaande versie dan een Systematic Review (SR). Het zijn de resultaten van een klein aantal studies over een (para)medisch onderwerp uit de dagelijkse praktijk (Kuiper, Verhoef, Munten & Hoegen, 2020; UMCG, 2015;). Voor mevrouw R. zijn aan de hand van haar hulpvraag twee CAT’s opgesteld.

Voorbeeld CAT 1. Domein welbevinden: het bieden van complementaire zorginterventies

Klinisch scenario

Volgens de richtlijn van de Federatie Medisch Specialisten (z.d.) is een prognose van de resterende levensduur (de terminale fase) bij hartfalen moeilijk te geven.

Mede om deze reden heeft patiënte (82 jaar) aangegeven dat als haar kwaliteit van leven niet verbetert op lichamelijk en psychosociaal gebied (binnen de met haar afgesproken termijn), zij bewust wil stoppen met eten en drinken om haar levenseinde te bespoedigen. Voor patiënte ligt het accent op het domein kwaliteit van leven. Complementaire zorginterventies worden als kansrijk genoemd om in de palliatieve fase te onderzoeken (Stuurgroep implementatie evidence based complementaire zorg, 2015).

De klinische vraag die hierop volgt is de volgende:

Zijn er naast de richtlijnen bij palliatieve terminale zorg bij het door patiënte bewust afzien van eten en drinken nog complementaire zorginterventies die bijdragen aan een waardig en humaan stervensproces? 

Omgezet naar een PICO vraag met een therapie interventie: Is er effect op een waardig en humaan sterven (o) met complementaire zorg (i) bij een patiënt aan het einde levensfase (p)?

Stap 1: de PICO

P: patiënte in einde levensfase (bewust stopt met eten en drinken).

I:  complementaire (verpleegkundige) zorg

C: gebruikelijke verpleegkundige interventies   

O: waardig en humaan sterven

Stap 2. De zoekstrategie

Op 28 oktober 2021 is een zoektocht uitgezet.

Search: PubMed, Cochrane en Cinahl ,Medline(via Ebsco) en Google Scholar.

Zoekstrategie: Palliative care (Mesh term); Complementary care (Mesh term), Aroma OR Music OR Massage therapy; die in dignity (Mesh term) en Comparitive study (mesh term).

Er zijn inclusie-, en exclusiecriteria gehanteerd. Deze staan vermeld in tabel 2.

Tabel 2: inclusie-, en exclusiecriteria CAT 1.

Afbakening: check de haalbaarheid van je onderzoek

Inclusiecriteria
Exclusiecriteria
Publicatiedatum 2014 of later
Andere taal dan Engels of Nederlands
Volwassen leeftijd
Interventie met gebruik medicijnen
Farmaceutische behandeling
Psychiatrische patiënten
Alleen abstract (samenvatting)
Palliatieve zorg bij kanker

Van de totaal 25 resultaten na de zoekstrategie waren na beoordeling twee artikelen bruikbaar voor het onderwerp.

Stap 3 Klinische beoordeling

Uit een Systematic Review (SR) over muziektherapie (McConnell et al, 2016) waren drie studies geïncludeerd Bevindingen suggereren dat muziektherapie effectief kan zijn om pijn te verminderen in de palliatieve fase. (standard mean deviation = -0.42, 95% confidence interval = -0.68 to -0.17, p = 0.001).

Een SR (Bridget et al. ,2020) over het effect van aromatherapie, reflexologie en massage bij palliatieve zorg heeft 26 Randomized Controlled Trial’s (RCT’s) geïncludeerd waarbij 1956 deelnemers totaal betrokken waren. Acht studies naar effect van aromatherapie, twaalf massage en zes reflexologie. De trials gaven een onduidelijk risico op bias (vertekeningen van het resultaat). In vergelijking met de gebruikelijke palliatieve zorginterventies geven de uitkomsten een zwak resultaat: de reviews vonden geen evidence op korte termijn voor massage en aromatherapie en reflexologie op kwaliteit van leven, angst en pijn bij mensen met palliatieve zorgbehoeftes. Het onderzoek sluit af met de aanbeveling wél door te gaan in hospicezorg met het aanbieden van complementaire interventies en tegelijkertijd verder onderzoek te doen. De redenen hiervoor zijn dat complementaire zorg veelvuldig toegepast wordt in de palliatieve zorg en patiënten vertellen vaak dat de genoemde therapieën helpen. Ook is er bij geen van de trials enig schadelijk effect gevonden bij de therapieën. De trials waren van lage kwaliteit: de vergelijkingen maakten het vaak lastig om stevige conclusies te trekken.

Het rapport dat Reijmerink (2014) heeft geschreven over de ontwikkeling en implementatie van evidence-based complementaire zorg (in opdracht van Zonmw), bevestigt de aanbeveling om door te gaan met onderzoek. Onder andere omdat in hospices de patiënten en naasten de waarde van complementaire zorg aangeven, de bewijzen hiervoor zijn echter zwak.

Stap 4 Conclusie

Bij het zoeken naar evidence voor complementaire zorg (CZ) bij palliatieve zorg in de literatuur is het resultaat niet overtuigend, er is behoefte aan nader onderzoek. Veel onderzoeken zijn inmiddels van > 10 jaar geleden.

Volgens Reijmerink (2014) blijkt dat uit diverse wetenschappelijke studies sommige vormen van complementaire zorg waardevol kunnen zijn voor patiënten ondanks dat het bewijs hiervoor zwak is.

Niveau van bewijsvoering:

Niveau 2 = gebaseerd op tenminste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken.

Stap 5 Toepassing in de praktijk

In deze casus zullen complementaire zorginterventies plaatsvinden als mevrouw R. start met bewust afzien van eten drinken. De complementaire interventies zijn gemonitord met het NRS-meetinstrument en de evaluatiegesprekken.

Aanbeveling

–          De complementaire zorginterventies: massage, aromatherapie en muziek luisteren toepassen in de zorgsetting van patiënte.

De motivatie hiervoor is dat de zorg voor mevrouw R. een onderzoekend karakter heeft (N=1 onderzoek). Er zijn aanmoedigingen vanuit de Stuurgroep implementatie evidence based complementaire zorg (2015) en de V&VN-afdeling complementaire zorg (persoonlijke communicatie secretaris V&VN, afd. Complementaire zorg op 3 november 2021). Zij adviseren verder onderzoek. Dat is de reden om door te gaan, ondanks het onbevredigende resultaat van de CAT.

Voorbeeld CAT 2. Domein gezondheidsbeleving: spreken over angst bij levenseinde

Klinisch scenario

Patiënte heeft angsten. Een interventie om te leren omgaan met angst is erover te kunnen praten (IKNL, 2011). Niet-medicamenteuze maatregelen, bijvoorbeeld bij angsten, zijn een belangrijk onderdeel bij STED (KNMG en V&VN, 2014).

De klinische vraagstelling hierbij is: hoe effectief is spreken met patiënte over haar angst(en)?

Stap 1 de PICO

PICO vraag; Heeft spreken over angst bij levenseinde (i) invloed op vermindering van angst (o)bij een patiënt in de laatste levensfase (p)?

P: patiënte in laatste levensfase

I: spreken over angst(en) bij levenseinde

C: –

O: vermindering angst.

Stap 2 de zoekstrategie

Op 4 november 2021 is een zoektocht uitgezet.

Search: PubMed, Cochrane en Cinahl ,Medline(via Ebsco) en Google Scholar.

Zoekstrategie: Terminal care (Mesh term); Conversation (Mesh term); less fear AND less agony. (Mesh term Necrophobia geen resultaat); comparative study (Mesh term).

Er zijn inclusie-, en exclusiecriteria gehanteerd. Deze staan vermeld in tabel 3.

Tabel 3: inclusie-, en exclusiecriteria CAT 2.

Inclusie criteria
Exclusie criteria
Publicatiedatum 2014 of later
Andere taal dan Engels of Nederlands
Mensen uit westerse cultuur
Interventie met gebruik medicijnen
Leeftijd 40 jaar en ouder
Medische behandeling
Angsten veroorzaakt door psychische problemen
Alleen abstract (samenvatting)

Van de totaal 32 resultaten na de zoekstrategie waren na beoordeling drie artikelen bruikbaar voor het onderwerp van de CAT.

Stap 3 Klinische beoordeling

Brighton & Bristowe (2016) hebben in een Literature Review (LR) een aantal studies vergeleken. Er wordt een samenvatting gegeven van de resultaten van communiceren in de laatste levensfase. De conclusie is dat er een toenemend bewijs is gevonden over de voordelen van gesprekken rondom het levenseinde. Zeventig procent van de patiënten (en familie) ervaren het praten over de dood en het sterven als niet stressvol. De auteurs concluderen dat communiceren over levenseinde van essentieel belang is voor het verlagen van angstgevoelens in de laatste levensfase. Uit het LR blijkt ook dat veel zorgverleners terughoudend zijn in het voeren van gesprekken uit angst voor de impact.

Hussain (2019) schrijft in haar artikel geplaatst in het British Journal of Nursing dat de rol van de verpleegkundige essentieel is in het monitoren van emotioneel welbevinden van de patiënt die doodgaat. Praten met patiënt is één van de effectieve interventies (input). “Het is complex” vervolgd Hussain (2019) omdat ieder individu een aparte benadering kan hebben. Vervolgens blijkt het voor professionals (in casu de verpleegkundige) moeilijk te zijn om te praten over de emoties die spelen bij het doodgaan. Het artikel sluit af met een aantal vragen die de verpleegkundige zichzelf kan stellen in relatie tot het gesprek met patiënt over zijn doodgaan en de emoties die daarbij een rol spelen.

In het Original Article van Hee Young Woo & Young Ran Yeun (2018) wordt niet het effect van communicatie op angst als emotie bij het doodgaan onderzocht. Wél wordt het positieve effect onderzocht als vrijwilligers in Koreaanse hospices een training krijgen om te leren praten over de dood met patiënten. Het verlaagt hun eigen angst voor dit onderwerp en motiveert het spreken met de patiënt hierover. Uitslag groep A. voor de training: 44.41 ±7.13 en 41.21±3.65 na interventie (t=–2.166, P=0.034).

Niveau van bewijsvoering:

Niveau 2 = gebaseerd op tenminste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken.

Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek.

Stap 4 Conclusie

Bij het zoeken naar evidence voor praten met de patiënt die doodgaat teneinde de angst te verminderen is beperkt bewijs gevonden: de bevindingen zijn niet concreet gemeten en de evidence is beschrijvend van aard.

Bij de gebruikte literatuur kwam het belang van de rol van de zorgprofessional naar voren om de skills, durf en ervaring te hebben om het gesprek over het levenseinde met de patiënt te beginnen. Er is hierin nog een verbeterslag te maken.

Stap 5 Toepassing in de praktijk

–          Gesprekken over het levenseinde van mevrouw R. en de daarmee gepaard gaande emoties(angsten) worden gevoerd door het 24 uurs zorg (24/7) team.

–          De verpleegkundigen voor 24 uurs zorg worden uitgebreid gebriefd (conform de aanbeveling van deze CAT 2).

–          er is overleg binnen het regionale team waar de wijkverpleegkundige bij aangesloten is.

–          Periodiek zal er een terugkoppeling zijn met de huisarts/POH waarbij ook -indien nodig- de medische interventies aan de orde zijn.

Aanbevelingen

–           Praat/communiceer over de emoties (angst) bij het naderende levenseinde.

–          Coach het zorgteam in een overleg/intervisie en gebruik hierbij de vragen van Hussain (2019) over reflectie van de zorgverlener over zijn eigen emoties rondom doodgaan.

Hulp bij jouw studie of scriptie verpleegkunde

Schrijf jij een scriptie verpleegkunde (of fysiotherapie/ geneeskunde) of heb jij hulp nodig bij het schrijven van een opdracht zoals een CAT? Onze ervaren scriptiebegeleidster en studiecoach Bente heeft zelf ook hbo verpleegkunde afgerond en inmiddels al vele studenten verpleegkunde, fysiotherapie en geneeskunde succesvol begeleid!

×